maandag 18 maart 2013

De kanttekeningen van Ron Jans


Het binnenhalen van Ron Jans als nieuwe trainer van PEC is met gejuich onthaald. Het enthousiasme bij de Zwolse fans en sponsors lijkt ingegeven door sentimental reasons: Jans is een geboren Zwollenaar en speelde in het verleden voor PEC. Jans wil zelf ook graag, maar plaatste niet zo lang geleden wel een paar kanttekeningen: “Ik vind het moeilijk om te zeggen, maar ik heb me als speler van Zwolle nooit gewaardeerd gevoeld.”


Ron Jans als speler van PEC in duel met Frank Rijkaard in De Meer (Foto: Jan Drost)

Ron Jans (1958) begon met voetballen bij RKSV, het latere SV Zwolle. Hij scoorde vaak, en PEC Zwolle toonde al gauw interesse. Vader Dries Jans was veel met zoonlief bezig, en toen Ron zijn eerste contract bij PEC tekende was Jans sr. naar eigen zeggen apetrots. Dries Jans, Hagenees van geboorte, was een snelle buitenspeler die in de jaren vijftig met PEC de overstap naar het betaald voetbal maakte.

Ron maakte eind jaren zeventig, onder Fritz Korbach, zijn debuut in het eerste van PEC. Hij is een intelligente, politiek bewuste jongen. Op de deur van zijn jongenskamer hangt een ‘Ban de bom’-poster. Op het Thorbecke College volgt hij het atheneum. Voetballen doet hij voor zijn plezier, het begrip broodvoetballer komt in zijn belevingswereld niet voor. “Mijn eerste contractje was 5.000 per jaar waard”, vertelt Jans. “Ik weet nog dat ik het contract in een envelop met een heel groot PEC-logo erop thuis kreeg en dacht: Wauw, ik word er nog voor betaald om te voetballen ook! Daar had ik nooit bij stilgestaan.”

Moeilijke start
Maar Jans maakt een moeilijke start door. “Ik vind het wel moeilijk om te zeggen, maar ik heb me als speler van Zwolle nooit gewaardeerd gevoeld. In mijn eerste jaar, als de namen van de spelers werden omgeroepen, dan begonnen de supporters bij mijn naam te fluiten. De andere spelers draaien zich naar mij toe, om te zien: hoe gaat hij daarmee om? Dat is in mijn geheugen gegrift. Waar het mee te maken heeft weet ik niet. Misschien kwam het juist doordat uit eigen jeugd kwam, of door mijn manier van spelen.”

Jans senior snapt wel waar de negatieve houding van het publiek vandaan kwam: “Eigenlijk had ik in het veld iets te veel van wat Ron te weinig had: een vurig temperament. Ze noemden hem wel eens een jonge juffer, hij was soms wat te lief. Ik denk dat hij het als voetballer veel verder had geschopt als hij iets harder was geweest.” Trainer Korbach verwoordt het wat harder: “Ron was een sissy.”

‘De warmte ontbreekt’
Jans constateerde enkele jaren geleden ook dat ‘de echte warmte’ bij FC Zwolle ontbrak, vooral in de manier waarop oud-spelers behandeld werden. Wat ook voor ergernis zorgde, was de manier waarop zijn goede Hennie Spijkerman enkele jaren geleden bejegend werd in Zwolle. “Ik vind het echt schandalig hoe hij behandeld is, ook door het bestuur. Hij werd afgemaakt in de pers en bedreigd door het eigen publiek, dat ging veel te ver.”

Jans’ familie – vader Dries uitgezonderd - raadde hem de overstap naar PEC Zwolle af. Te kleine club, niet passend bij de status van de trainer Jans. Hij erkende in Desespereert Nimmer ook dat hij zijn hart verpand had aan het Hoge Noorden. “Maar ik blijf natuurlijk een Zwollenaar, ik ben er geboren en getogen. Zwolle is mijn cluppie. Maar omdat ik nu al zolang hier zit, staat Groningen bij mij op één. Per saldo overheerst een positief gevoel, maar wel met wat kanttekeningen erbij.”

maandag 11 maart 2013

Co Adriaanse: "Ik dacht toen echt: We gaan hier winnen"

Ajax-PEC Zwolle gistermiddag. Een flink kwaliteitsverschil en een gebrek aan vechtlust en passie (bij sommigen) aan Zwolse zijde; zie daar de ingrediënten voor een kansloze nederlaag. Kijk nog eens even hoe Avdic achter Alderweireld aansjokt bij de Ajax-opbouw die de 1-0 oplevert (0.50"):



Nee, dan Ajax-PEC in het seizoen 1987-1988. Uit Desespereert Nimmer:

PEC Zwolle begint sterk aan het seizoen, met onder meer een 1-0 overwinning in Rotterdam op Feyenoord. In november presteert de ploeg wat weinig anderen lukt: vier keer scoren in stadion De Meer. Bij zijn aantreden in 1984 zei Adriaanse al: “Ik ga bij Ajax niet verdedigen. Dan wordt het toch 4-0. Dan maar liever met 8-4 verliezen.” Zo ver komt het op 21 november 1987 niet, al scheelt het niet veel. Van Ankeren is Ajax’ grote plaaggeest. PEC komt met 0-2 voor en vervolgens met 4-2 achter. Tien minuten later staat het plots 4-4 en lopen de Zwollenaren met hun hoofd in de wolken. Adriaanse pleegt zelfs nog een aanvallende wissel, om de overwinning te forceren. Dat straffen Cruijffs mannen genadeloos af: 6-4. Bergkamp en Bosman scoren beiden twee keer namens Ajax. “So be it”, zegt Adriaanse nu. “Een toptrainer neemt nu eenmaal risico’s. Ik dacht toen echt: We gaan hier winnen. De beste trainers zijn degenen die een wedstrijd kunnen doen kantelen.”


Foto: Jan Drost