Het binnenhalen van Ron Jans als nieuwe
trainer van PEC is met gejuich onthaald. Het enthousiasme bij de Zwolse fans en
sponsors lijkt ingegeven door sentimental
reasons: Jans is een geboren Zwollenaar en speelde in het verleden voor
PEC. Jans wil zelf ook graag, maar plaatste niet zo lang geleden wel een paar
kanttekeningen: “Ik vind het moeilijk om te zeggen, maar ik heb me als speler
van Zwolle nooit gewaardeerd gevoeld.”
Ron Jans als speler van PEC in duel met Frank Rijkaard in De Meer (Foto: Jan Drost)
Ron Jans (1958)
begon met voetballen bij RKSV, het latere SV Zwolle. Hij scoorde vaak, en PEC
Zwolle toonde al gauw interesse. Vader Dries Jans was veel met zoonlief bezig,
en toen Ron zijn eerste contract bij PEC tekende was Jans sr. naar eigen zeggen
apetrots. Dries Jans, Hagenees van geboorte, was een snelle buitenspeler die in
de jaren vijftig met PEC de overstap naar het betaald voetbal maakte.
Ron maakte
eind jaren zeventig, onder Fritz Korbach, zijn debuut in het eerste van PEC. Hij
is een intelligente, politiek bewuste jongen. Op de deur van zijn jongenskamer
hangt een ‘Ban de bom’-poster. Op het Thorbecke College volgt hij het atheneum.
Voetballen doet hij voor zijn plezier, het begrip broodvoetballer komt in zijn
belevingswereld niet voor. “Mijn eerste contractje was 5.000 per jaar waard”,
vertelt Jans. “Ik weet nog dat ik het contract in een envelop met een heel
groot PEC-logo erop thuis kreeg en dacht: Wauw, ik word er nog voor betaald om
te voetballen ook! Daar had ik nooit bij stilgestaan.”
Moeilijke start
Maar Jans
maakt een moeilijke start door. “Ik vind het wel moeilijk om te zeggen, maar ik
heb me als speler van Zwolle nooit gewaardeerd gevoeld. In mijn eerste jaar,
als de namen van de spelers werden omgeroepen, dan begonnen de supporters bij
mijn naam te fluiten. De andere spelers draaien zich naar mij toe, om te zien:
hoe gaat hij daarmee om? Dat is in mijn geheugen gegrift. Waar het mee te maken
heeft weet ik niet. Misschien kwam het juist doordat uit eigen jeugd kwam, of
door mijn manier van spelen.”
Jans senior snapt
wel waar de negatieve houding van het publiek vandaan kwam: “Eigenlijk had ik
in het veld iets te veel van wat Ron te weinig had: een vurig temperament. Ze
noemden hem wel eens een jonge juffer, hij was soms wat te lief. Ik denk dat
hij het als voetballer veel verder had geschopt als hij iets harder was
geweest.” Trainer Korbach verwoordt het wat harder: “Ron was een sissy.”
‘De warmte ontbreekt’
Jans
constateerde enkele jaren geleden ook dat ‘de echte warmte’ bij FC Zwolle ontbrak, vooral in de manier waarop oud-spelers behandeld werden. Wat ook voor
ergernis zorgde, was de manier waarop zijn goede Hennie Spijkerman enkele jaren
geleden bejegend werd in Zwolle. “Ik vind het echt schandalig hoe hij behandeld
is, ook door het bestuur. Hij werd afgemaakt in de pers en bedreigd door het
eigen publiek, dat ging veel te ver.”
Jans’
familie – vader Dries uitgezonderd - raadde hem de overstap naar PEC Zwolle af.
Te kleine club, niet passend bij de status van de trainer Jans. Hij erkende in Desespereert Nimmer ook dat hij zijn
hart verpand had aan het Hoge Noorden. “Maar ik blijf natuurlijk een Zwollenaar,
ik ben er geboren en getogen. Zwolle is mijn cluppie. Maar omdat ik nu al
zolang hier zit, staat Groningen bij mij op één. Per saldo overheerst een
positief gevoel, maar wel met wat kanttekeningen erbij.”